h

Schriftelijke vragen ex art. 39 RvO inzake Wmo

5 augustus 2013

Schriftelijke vragen ex art. 39 RvO inzake Wmo

Door de fractie van de SP zijn wederom vragen gesteld.

Op 27 januari van dit jaar heeft de SP naar aanleiding van een bewoner die recht had op spoedeisende huishoudelijke hulp  maar deze niet tijdig kreeg, schriftelijke vragen gesteld over de Wmo.

Op de vraag van de SP wat het College gaat ondernemen om deze ongewenste situaties in de toekomst te voorkomen, werd geantwoord:

“Er is geen aanleiding om extra maatregelen te treffen. De door u geschetste casus betreft een vervelend incident. Betrokkene heeft daarom een excuusbrief ontvangen.”

Betrokkene heeft in deze de Ombudscommissie ‘s-Hertogenbosch ingeschakeld en gevraagd een onderzoek in te stellen naar de manier waarop de gemeente zijn klachten over de afhandeling van zijn aanvraag voor hulp in de huishouding  heeft behandeld.

Op 1 juli jl. heeft de Ombudscommissie haar oordeel gegeven:

De onderzochte gedragingen zijn in strijd met het beginsel van een betrouwbare overheid, het vereiste van voortvarendheid, het vereiste van een goede motivering en het beginsel van hoor en wederhoor. Om die redenen zijn de onderzochte gedragingen onbehoorlijk.

De SP heeft naar aanleiding van deze onthutsende uitspraak – die bij u bekend mag worden verondersteld - de volgende vragen aan Uw College:

Wat vindt het College van deze uitspraak?

1. Welke lering heeft het College uit deze uitspraak getrokken? 2. Is het College nog steeds van mening dat er geen aanleiding is om maatregelen te treffen waardoor deze ‘incidenten’ niet meer zullen plaatsvinden? 3. Zo nee, waarom niet? 4. Zo ja, welke maatregelen worden er getroffen zodat deze zich niet meer kunnen voordoen?

Namens de SP Fractie; Ellen Pauel

 

Reactie toevoegen

U bent hier